Wetenschappelijke naam: Ancistrus sp.
L-nummer: L255
Herkomst: Zuid-Amerika / Brazilië / Rio Xingu
Maximale lengte: 12 - 15 cm
Temperatuur: 26 - 32 ºC
Dieet: Herbivoor (planteneter) ~ Omnivoor (alleseter)
Taxonomie
Order: Siluriformes
Onderorder: Loricarioidei
Familie: Loricariidae
Onderfamilie: Hypostominae
Geslacht: Ancistrus
Soort: nog niet beschreven
Beschrijving
Ancistrus sp. L255 lijkt erg op de Ancistrus ranunculus L34, uit dezelfde habitat. Of die twee L-nummers verschillende soorten zijn of alleen kleurvariaties, moet nog worden opgehelderd.
Qua lichaamsvorm en uiterlijk lijken ze op Ancistrus ranunculus. Het grote verschil tussen hen is de kleur. L255 vertoont een erg donkere zwarte basiskleur met ronde, helderwitte vlekken over het hele lichaam.

Ook deze soort verschuilt zich in nauwe spleten, wat de extreem platte lichaamsvorm verklaart. De tentakels op het hoofd zijn bij zowel mannetjes en vrouwtjes te zien. Bij mannen zijn ze talrijker, langer en aan het uiteinde vertakt. Ook de haken op de kieuwen zijn bij mannetjes langer.

Ancistrus sp. L255 is ook bekend onder het synoniem Spotted Medusa Pleco.
Verspreiding en leefgebied
In het wild leeft de Ancistrus sp. L255 in de Rio Xingu in ondiepe wateren. Er zijn gemiddelde tot snellere stromingen.
Door hun platte bouw kunnen ze in nauwe spleten en grotten komen waar grotere pantsermeervallen niet in kunnen. Dit is vooral belangrijk bij het zoeken naar voedsel. In het droge seizoen zijn ze te vinden in wateren die niet dieper zijn dan drie meter. Daar zitten ze vaak in grotere groepen bij elkaar.
Meestal is het water erg zuurstofrijk. Hier moet u dus op letten als u ze in een aquarium houdt. Ze geven de voorkeur aan warm water tussen de 26 en 32 graden Celsius. In de Rio Xingu deelt Ancistrus sp. L255 de grotten en spleten met Hypancistrus zebra L46 en Oligancistrus sp. L20.
Dieet
Ancistrus sp. L255 is een omnivoor (alleseter). Onderzoek toont aan dat er ongeveer 30 soorten algen in hun dieet zitten. Maar ook, op basis van de tanden, kan worden gezegd dat ze, in tegenstelling tot de meeste andere Ancistrus-soorten, ook vleesetend voedsel eten (carnivoor), zoals kreeftachtigen, insecten en andere ongewervelden. De algen worden voornamelijk van de stenen gegraasd. Zoetwatersponzen vormen ook een groot deel van hun dieet.
Aquarium
Het aquarium moet minimaal 100 - 150 cm lang zijn.
Een hoog zuurstofgehalte en veel schuilplaatsen met nauwe spleten zijn belangrijk voor deze soort, net als regelmatige waterverversingen. Dit maakt de L255 een uitdagende vis, die niet wordt aanbevolen voor beginners. Ze zijn vrij schuw en laten zich zelden overdag zien. A. sp. L255 geeft de voorkeur aan weinig licht.
Ze zijn erg vredelievend, dus ze kunnen goed in een aquarium met andere soorten worden gehouden, zolang ze de L255 niet te veel stress bezorgen. Wanneer deze pleco gestrest is, zal hij witte vlekken over zijn hele lichaam en een lichtbruin-rood gekleurd hoofd vertonen.
Geslachtsverschil
De geslachtsbepaling van de Ancistrus ranunculus L34 geldt ook voor de geslachtsbepaling van de Ancistrus sp. L255.
Helaas heb ik op dit moment geen foto's van de geslachtsbepaling van de Ancistrus sp. L255. Mocht iemand L255 hebben zitten en willen dat ik foto's maak, laat het me dan weten!
Voortplanting en kweken
L255 heeft vermoedelijk hetzelfde broedgedrag als L34. De eieren worden in nauwe spleten gelegd, waar ze door het mannetje worden bevrucht. Het mannetje zorgt vervolgens voor de eieren, totdat de jongen uitkomen. Wanneer de waterparameters niet optimaal zijn blijven de eieren niet aan het substraat plakken. Dit is meerdere malen waargenomen bij deze L-nummers.
Voor het kweken in aquariums zijn hoge zuurstofgehaltes, sterke stroming en zacht, warm water nodig. Pleco's van dit soort geven de voorkeur aan om te kweken in speciale spleetvormige pleco-holen of tussen stenen platen.