Hypancistrus sp. L333

Scientific name: Hypancistrus sp.
L-number: L333
Origin: South America / Brazil / Rio Xingu
Maximum length: 12 - 15 cm
Temperature: 26 - 31 ºC
Diet: Herbivore ~ Omnivore

Taxonomie

Order: Siluriformes
Onderorder: Loricarioidei
Familie: Loricariidae
Onderfamilie: Hypostominae
Geslacht: Hypancistrus
Soort: nog niet beschreven


Beschrijving

Hypancistrus sp. L333 is een vrij kleine pleco met een lichaamslengte van ongeveer 12 tot 15 cm.

Deze nog niet beschreven soort vertoont een zwart, grijs of bruin wormlijnpatroon. Het patroon is zeer variabel en kan dunne of dikke wormlijnen of zelfs strepen vertonen.

Omdat er veel Hypancistrus spp. zijn die een hoge variabiliteit in wormlijnen vertonen, is het vaak moeilijk om te zeggen of het een echte L333 is. Bovendien is hybridisatie van Hypancistrus-soorten mogelijk en is dit al meerdere keren gebeurd, waardoor het nog moeilijker is om precies te zeggen om welke soort het gaat.


Verspreiding en leefgebied

 


Dieet

 


Aquarium

 


Geslachtsverschil

Net zoals bij veel andere Hypancistrus-soorten kan ook de "L333" een zeer variabel patroon vertonen van exemplaar tot exemplaar, zoals te zien is bij deze twee vissen op de foto's.

Geslachtsbepaling is meestal niet moeilijk. Van de zijkant lijken mannetjes hoger en over het algemeen robuuster gebouwd.

Het hoofd van de man is groter en heeft meestal meer odontoden op de kieuwen.

Ook de borstvinnen vertonen meer odontodes bij mannetjes dan bij vrouwtjes.

Bij beide geslachten zijn kleine stekels op de staart te zien, maar bij mannetjes zijn deze over het algemeen groter.

Van bovenaf is het geslachtsbepalen relatief eenvoudig. Vooral drachtige vrouwtjes vertonen een echt gebogen lichaamslijn met het breedste deel in de buikstreek, in vergelijking met mannetjes, die het breedste deel rond de schouders vertonen. De staart eindigt dikker bij mannetjes.

Het hoofd van het mannetje is langer en over het algemeen groter dan die van het vrouwtje.

Ook van onderaf is het geslachtsbepaling meestal niet moeilijk. Waar mannetjes een puntige en kleine genitale papil hebben, hebben vrouwtjes een vrij grote en ronde.


Voortplanting en kweken