Scobinancistrus aureatus L14

Scobinancistrus aureatus L14

Wetenschappelijke naam: Scobinancistrus aureatus
L-nummer: L14
Oorsprong: Zuid-Amerika / Brazilië / Rio Xingu ~ Rio Iriri
Maximale lengte: 30 - 35 cm
Temperatuur: 26 - 32 ºC
Dieet: Carnivoor (vleeseter)

Taxonomie

Order: Siluriformes
Onderorder: Loricarioidei
Familie: Loricariidae
Onderfamilie: Hypostominae
Geslacht: Scobinancistrus
Soort: Scobinancistrus aureatus, Burgess, 1994


Beschrijving

De Scobinancistrus aureatus L14 is een veel voorkomende soort in de aquariumhobby, welke ook regelmatig werd geïmporteerd.

Deze pleco kan behoorlijk groot worden, ongeveer 35 cm, en is daarmee een groot-groeiende soort.

Kleine exemplaren zien er echt anders uit dan volwassen exemplaren.
Als ze jong zijn hebben ze een prachtige kleuring; een bijna zwarte basiskleur met oranjekleurige vinnen en grote gele vlekken over het hele lichaam. Soms zijn die vlekken zo groot dat ze als lijnen met elkaar verbonden zijn.
Als deze pleco volwassen wordt, verliest hij die oranje vinnen en worden de vlekken kleiner. Sommigen houden alleen een kleine gekleurde band op de rand van de vin. Volwassen exemplaren hebben meer en kleinere vlekken in de vinnen in plaats van de geeloranje kleuring. De vinnen en het lichaam hebben dan bijna dezelfde kleur.
Wanneer deze pleco gestrest is, verschijnen er grote witte/lichte vlekken over zijn lichaam.

Typisch voor de Scobinancistrus spp. zijn de lepelvormige tanden. Ze hebben slechts 3 tanden op de bovenkaak en ook op de onderkaak.
Ook hebben ze een kale buik, meestal wit of geel gekleurd.

De betekenis van aureatus in het Latijn is goudkleurig, verwijzend naar de oranje vinnen.
Scobinancistrus aureatus is in de aquariumhobby ook bekend onder de naam Sunshine Pleco of Goldie Pleco.


Verspreiding en leefgebied

Scobinancistrus aureatus is endemisch voor de Rio Xingu. Daar leeft hij op rotsachtige substraten in ondiep tot diep water. De stroming is matig-stromend.

Daar leeft de L14 vooral op de stenen en tussen boomstammen en wortels.


Dieet

In de natuur bestaat het dieet van de Scobinancistrus aureatus voornamelijk uit waterslakken.

Omdat ze niet zo moeilijke eters zijn kunnen ze in gevangenschap veel verschillende soorten voedsel worden gevoerd. Het is bijvoorbeeld mogelijk om ze diepvriesvoer te geven zoals insectenlarven, garnalen, mosselen en visvlees.
Maar ook gedroogd voedsel wordt goed opgenomen. Ik voer mijn grote L14 voornamelijk met  Futterdose Snail soft granulaat, EBO Mossel soft granulaat en EBO Shrimp sticks.
Groenvoer hebben ze niet nodig, hoewel ze het wel opnemen.

Omdat de tanden zo groot zijn, is het mogelijk dat ze afbreken. Ook is het normaal dat ze af en toe tanden verliezen. Deze groeien weer aan.

Scobinancistrus aureatus L14 - mond
Scobinancistrus aureatus L14 - mond

Aquarium

Aquarium 180 - 200 cm

Om deze soort te houden heeft u een groot aquarium nodig, want ze worden groot als ze volwassen zijn. Naast dat ze groot worden, is het ook een redelijk agressieve soort als ze volwassen zijn. Onder bepaalde omstandigheden kunnen ze elkaar verwonden met hun enorme tanden.

Als u meerdere volwassen exemplaren in één aquarium wilt houden, moeten er talrijke schuilplaatsen zijn, waarin de dieren zich kunnen verstoppen. Bijvoorbeeld, legholen, stenen of steenplaten en hout kunnen worden gebruikt om de schuilplaatsen te bouwen.

Een ander ding dat echt belangrijk is bij deze soort, is de zuurstof. Ze zijn erg gevoelig en kunnen vrij snel doodgaan als filters stoppen met werken. Vaak zijn zij de eersten die doodgaan door te weinig zuurstof in de tank.
De waterkwaliteit is ook belangrijk, dus een goed filter is noodzakelijk samen met een stromingspomp.


Geslachtsverschil

Deze twee exemplaren zijn enorm, en het mannetje is de grootste pleco die we tot nu toe hebben gefotografeerd. De grotere fototank met een lengte van ongeveer 40 cm leek bijna te klein voor deze enorme vis. Desondanks werkte de fotosessie goed, al moesten we wel oppassen dat we onze camera niet kapotmaakten, want deze vis veroorzaakt bijna een tsunami in de fototank wanneer hij begint te spetteren.

Het bepalen van het geslacht van Scobinancistrus aureatus L14 is in de meeste gevallen vrij eenvoudig, omdat hij een relatief duidelijk seksueel dimorfisme vertoont.

Van opzij valt op dat de man hoger staat, vooral waar de rugvin begint. Vanaf dat punt begint het silhouet steiler af te dalen naar de staart. Het vrouwtje vertoont een meer gebogen ruglijn.

Scobinancistrus aureatus L14 - zijaanzicht man en vrouw
Scobinancistrus aureatus L14 - zijaanzicht man en vrouw

 

Ook de hoofden vertonen verschillen van de zijkant gezien. Terwijl de man een kortere maar ronder en massiever hoofd heeft, eindigt het hoofd van de vrouw puntig en is over het algemeen platter.

Scobinancistrus aureatus L14 - zijaanzicht hoofd man en vrouw
Scobinancistrus aureatus L14 - zijaanzicht hoofd man en vrouw

 

Een close-up van de kieuwen laat zien dat de man langere odontodes heeft in vergelijking met de vrouw.

Scobinancistrus aureatus L14 - odontodes op de kieuwen man en vrouw
Scobinancistrus aureatus L14 - odontodes op de kieuwen man en vrouw

 

Hetzelfde geldt voor de harde straal van de borstvinnen. De man toont een massievere harde straal met veel lange odontodes erop.

Scobinancistrus aureatus L14 - odontodes op de borstvinnen man en vrouw
Scobinancistrus aureatus L14 - odontodes op de borstvinnen man en vrouw

 

Niet altijd gemakkelijk te zien met het blote oog, maar wel gemakkelijk te voelen met handen, zijn de kleine odontodes op de staartstreek van de man. Terwijl de vrouw over het hele lichaam glad is, vertoont de man vrij kleine odontodes rond de randen van de huidplaten.

Scobinancistrus aureatus L14 - odontodes op de staart man en vrouw
Scobinancistrus aureatus L14 - odontodes op de staart man en vrouw

 

Ook het silhouet van bovenaf is anders. De man toont een echt enorm hoofd en toont een rechte lichaamslijn tot aan de staart. De staartstreek is iets massiever. De vrouw toont een kleiner hoofd en het breedste deel van het lichaam rond de buikstreek. Vrouwen met eieren in de buik tonen dit nog meer. We kunnen ook zien dat de borstvinnen en buikvinnen meer afstand tonen bij de vrouw dan bij de man.

Scobinancistrus aureatus L14 - bovenaanzicht man en vrouw
Scobinancistrus aureatus L14 - bovenaanzicht man en vrouw

 

De typische hoofd-vorm van L14 mannen is vierkant. Er zijn mannen die het veel meer laten zien dan dit exemplaar op de foto. Toch is het in vergelijking een massiever maar korter uitziende hoofd, dan het puntige en lange hoofd van de vrouw.

Scobinancistrus aureatus L14 - bovenaanzicht hoofd man en vrouw
Scobinancistrus aureatus L14 - bovenaanzicht hoofd man en vrouw

 

Het kan lastig zijn om het geslacht van deze soort alleen aan de hand van de papilla te beoordelen. Dit aangezien de vorm van de papil zelf van mannen en vrouwen nogal op elkaar lijken en ook afhangt van hoe ver deze buiten het lichaam is uitgerekt. Iets wat we hier weer duidelijk kunnen zien zijn de gele vlekken rond de papil van de vrouw. Of de over het algemeen meer gelige buik en de, tussen de anaalvin en de papil,  ontbrekende ovale plaat van de vrouw ook een indicator zijn voor het geslacht, is iets dat we met meer exemplaren moeten vergelijken.

Scobinancistrus aureatus L14 - geslacht papil man en vrouw
Scobinancistrus aureatus L14 - geslacht papil man en vrouw

Voortplanting en kweken

De Scobinancistrus aureatus wordt in het aquarium gekweekt.

Het zijn holenbroeders en leggen ongeveer 150 geel/oranje eieren. Ook bij deze soort zorgt de man voor de eieren en jongen.

Binnenkort zullen wij een kweekverslag schrijven met foto's en video's van onze kweekervaring met de L14.
Hieronder een voorproefje van een jong van 4 cm.

Scobinancistrus aureatus L14 - jong
Scobinancistrus aureatus L14 - jong

Literatuur

Burgess, W.E. (1994).
Scobinancistrus aureatus, a new species of Loricariid catfish from the Rio Xingu (Loricariidae: Ancistrinae).
Tropical Fish Hobbyist, 42 (1): 236 - 424